DE RAGDOLL

  • HET KARAKTER 

Ragdolls verdienen echt hun naam. De naam verwijst naar de neiging van de Ragdoll om al zijn spieren te verslappen zodra ze opgetild worden en zich volledig te ontspannen zodra ze in je arm liggen, maar ze hebben andere kenmerken die met een lappenpop verband houden: ze zijn vriendelijk, lief, volgzaam, zacht en sereen. Alhoewel ze veel goede eigenschappen hebben, is het toch de persoonlijkheid van de Ragdoll die veel mensen Ragdoll verslaafd heeft gemaakt!

Ragdolls zijn echt op de mens gericht, ze zijn graag bij mensen in de buurt en hechten zich sterk aan hun eigenaar. Vele Ragdoll eigenaren vertellen dat hun kat op hen wacht bij de deur totdat ze thuis komen, en ze door het hele huis achtervolgt als een schaduw. Ragdoll eigenaars zijn zelden alleen; Ragdolls willen graag deelnemen aan alles wat in huis gebeurd en willen graag hun baasje "helpen" met alles wat ze doen. Omdat de Ragdoll graag bij je in de buurt blijft, moet je altijd uitkijken niet op ze te stappen. Gelukkig vergeten en vergeven ze snel. Omdat Ragdolls erg sociaal zijn, zou je minstens twee katten in huis moeten hebben als je vaak weg bent.

Ragdolls zijn kalm, maar toch ook wel actief en willen graag spelen. Door hun makkelijk karakter kunnen Ragdolls goed overweg met andere dieren in huis, en kinderen zijn ook geen probleem. Ze gebruiken zelden hun nagels als ze spelen. Ragdolls kunnen gemakkelijk in een klein appartement gehouden worden, en vinden het prima om altijd binnen te zitten. Je moet dan wel met ze spelen en ze voorzien van kattenspeeltjes en een klimpaal. Om precies te zijn: Ragdolls mogen eigenlijk nooit alleen naar buiten, omdat ze (te) goed van vertrouwen zijn en iedereen zien als een vriend. Dat goede vertrouwen zie je ook in de manier waarop mensen met ze omgaan: Je kan een Ragdoll op zijn rug leggen en ze als een baby vervoeren, je kan ze in je nek leggen en dragen als een stola. En, in tegenstelling tot andere katten, Ragdolls houden ervan om geaait te worden op hun buik.

Ragdolls zijn meestal niet erg spraakzaam, en hebben een zachte stem. Toch hebben ze een grote woorden schat, en vaak kunnen Ragdoll eigenaren de diverse "mauws", "miauws", "pieps" en "Rrrrrs's" onderscheiden en herkennen.!

Ragdolls zijn minder eigenwijs dan andere katten vaak kunnen zijn en kunnen makkelijk worden getraind. Ze leren meestal de zelfde truckjes als honden, zoals het apporteren van een speeltje. Ze kunnen ook makkelijk aangeleerd worden om met de riem om "uitgelaten" te worden, of om bijvoorbeeld alleen de krappaal voor hun nagels te gebruiken. Ragdolls zullen meestal niet je hele huis verbouwen als je niet thuis bent, omdat ze zo rustig zijn, en ook liever gewoon op de grond blijven dan bovenop kasten te springen. Doordat ze geen ondervacht hebben, verharen Ragdolls relatief weinig.

Vergeet niet dat dit de algemene kenmerken van een ragdoll zijn, en zoals in elk kattenras geldt dit niet altijd voor elke ragdoll. Elke ragdoll is een individu op zichzelf!

·         UITERLIJKE KENRMERKEN


De Ragdoll is een grote en gespierde, maar zeer elegante kat, met een lang lichaam, en een korte, krachtige hals en een goed gebouwde borst. Zijn achterpoten zijn hoger dan zijn voorpoten, en de voeten zijn rond met pluimpjes tussen de tenen. De staart is goed behaard en de lengte staat in goede verhouding met het lichaam. De kop is middelgroot, het aangezicht toont een brede wig. De oren zijn middelgroot en staan ver uit elkaar met afgeronde punten. De ogen zijn groot, ovaal van vorm en blauw. De vacht is zijde zacht, halflang en ligt dicht tegen de huid aan. De vacht is lang op borst en buik en op de achterkant van de kop waardoor je een duidelijk kraag ziet. Doordat ze een zijdeachtige en halflangharige vacht hebben , toont de vacht geen neiging tot klitten waardoor 2 keer in de week een borstel of een kam erdoor heen halen al voldoende is. Toch kan een ragdoll rond de winter naar de zomer tijd gaan verharen, het is dan raadzaam om de ragdoll extra te kammen of borstelen. Ragdoll kittens worden wit geboren, na ongeveer 2-3 weken ga je de kleur zien. Het kan wel tot de vierde jaar duren eer dat de Ragdoll volledig is uitgekleurd en gegroeid. De volwassen katers kunnen ongeveer 6-8 kilo gaan wegen en de poezen ongeveer 5 kilo.


De Ragdolls zijn in de kleuren zijn: Seal (bruin), Blue (grijs), Red, Creme, Lilac en Chocolate

De Ragdolls zijn in de variëteiten: Colourpoint , Mitted, Bicolour, Tabby, Tortie.

Colourpoint: De points (dat zijn de staart, oren, poten, masker) zijn donkerder gekleurd dan de rest van het lichaam. De borst mag zelfs nog iets lichter van kleur zijn dan het lichaam.. Een buikvlek is toegestaan. Een colourpoint mag geen witte vlek vertonen. Donker gekleurde voetzooltjes.

Mitted: Lichaamskleur en points hetzelfde als de colourpoint. Ze onderscheiden zich van de colourpoint, doordat de voorpoten witte voetjes, en de achterpoten witte laarsjes hebben.(tot aan de hiel) Wit vanaf de kin over de buik tot aan de staart. Roze voetzooltjes. Een witte streep (bles) op de neus is toegestaan.

Bicolour: Points (oren, masker, staart) donkerder gekleurd dan de rest van het lichaam. Witte kin, borst en buik en ook de pootjes zijn wit. Het belangrijkste van de bicolour is dat ze een wit maskertje hebben op het gezicht in de vorm van een omgekeerde V. Neusleertje en de voetzooltjes zijn roze gekleurd. Witte vlekken op de rug zijn toegestaan. 

Lynxs(Tabby): In de variëteiten zoals hierboven maar dan met donkere strepen (Ook wel tijgerstrepen genoemd) over de points. Op de kop goed te zien aan de vorm van de letter "W". Op de rest van het lichaam mag het geen strepen vertonen.

Tortie: In de variëteiten zoals hierboven beschreven, maar dan met onregelmatig gekleurde vlekken (kan o.a. rood of creme bijzitten) meestal over de points (poten, oren, staart, masker) . Tortie betekend schildpad. In de Nederlandse mond ook wel lapjeskat genoemd.

 

 

  • GESCHIEDENIS

 

Het begin van het Ragdoll ras is even controversieel en gehuld in nevelen als het ras zelf. De opgeschreven geschiedenis is verwarrend en vol met tegenstellingen en sommige delen zelf zijn onmogelijk om te bewijzen. Er zijn echter elementen die we zeker weten, zoals dat de Ragdoll geschiedenis gestart is in Riverside, California (USA) in de 60'er jaren door een vrouw genaamd Ann Baker. En dat het fundament van het ras een gewone straatkat was, genaamd Josephine.

 Ann Baker was een fokker van Perzische katten, voornamelijk zwarte, voordat ze met Ragdolls begon. Josephine was een witte, langharige half-wilde kat die eigendom was van Ann Baker´s buurvrouw Mevrouw Pennels. Zoals zoveel katten in Riverside die vaak op straat kwamen, was Josephine vaak drachtig en produceerde veel kittens. Op een gegeven moment is Josephine aangereden door een auto en Ann Baker´s buren, die op een lokale universiteit werkten, hebben haar gered en weer volledig gezond gemaakt. Tijdens deze periode heeft Josephine de hele tijd binnen moeten zitten en werd ze wat minder wild. De eerste keer dat ze weer een nestje kreeg na het auto ongeluk werden de kittens in het huis van Ann Baker geboren en dat is het moment dat Ann iets zag in de kittens.

De vorige nestjes van Josephine hadden allemaal wilde katten opgeleverd, maar na het auto ongeluk waren de kittens precies het tegenovergestelde. Ze waren juist erg relaxed en sociaal! Het is niet helemaal duidelijk wat precies zo anders was in deze kittens en hoe ze zo kwamen. Eén theorie is dat het auto ongeluk de genen van Josephine heeft veranderd, maar dat is gewoon onmogelijk. Ann Baker heeft ook beweerd dat Josephine is "geholpen" op de universiteit na het ongeluk en dat ze nieuwe genen geïmplanteerd heeft gekregen; maar ook dit was in de 60'er jaren nog onmogelijk, zelfs als er een goede reden voor geweest was. Een andere theorie suggereert dat Josephine een mutatie heeft gehad in haar cellen, wat in theorie wel mogelijk is maar erg onwaarschijnlijk omdat er waarschijnlijk meerdere genen verantwoordelijk zijn voor het rustige gedrag van de kittens. In ieder geval zag Ann iets speciaals in de kittens dat ze uiteindelijk heeft besloten om met deze kittens te gaan fokken en hun te gebruiken om een heel nieuw ras te creëren.

De eerste kitten van Josephine die eigendom werd van Ann was Buckwheat, een zwarte poes die er een beetje uitzag als een Birmaan. Ann kreeg later nog het eigendom over een dochter van Josephine, een bicolor die ze Raggedy Ann Fugianna noemde. De vader van Fugianna was Daddy Warbucks (een mitted), de zoon van Josephine, eigendom van buurvrouw Pennels. Al deze kittens kwamen van Josephine, maar ze waren waarschijnlijk allemaal verschillend in grote. Ann was erg onder de indruk van het uiterlijk van Daddy Warbucks, die eruit zag als een Heilige Birmaan met een neus blesje en een witte stip op de staart. Het was deze kat die Ann later de 'Vader van het Ragdoll uiterlijk' noemde, en ze gebruikte hem vaak als dekkater in haar Ragdoll fok programma. Deze drie katten zijn het fundament van de Ragdoll, het was voor Ann niet mogelijk meer kittens van Josephine te krijgen. Nadat Josephine nog een tweede nestje kreeg na het auto ongeluk hebben de eigenaren van Josephine besloten haar en haar kittens te laten inslapen.

Ann maakte promotie voor het ras met advertenties en folders, en snel kreeg de media aandacht voor de Ragdoll. Toen ze met het fok programma aan de slag was, deed Ann iets wat nog nooit gedaan was in de kattenwereld; Ze maakte van de Ragdoll een handelsmerk en deponeerde het merk. Nu moesten alle andere Ragdol fokkers een contract met haar aangaan en haar royalties betalen voor elk kitten dat verkocht werd. Ann begon ook een kattenvereniging genaamd 'the International Ragdoll Cat Association (IRCA), maar die zich onafhankelijk van de andere grote kattenrasorganisaties opstelde.  

Ann had erg strenge fok regels, die andere fokkers wel moesten volgen om hun kittens als 'echte' Ragdoll kittens te kunnen registeren. Ann was ook een excentrieke vrouw, die geloofde in wat ze zei. En soms vertelde ze op dezelfde dag tegenstrijdige informatie. Na verloop van tijd begon Ann ook erg vreemde, soms zelf humoristische claims te maken. Zo claimde ze bijvoorbeeld dat Ragdolls menselijke genen hadden, of genen van een wasbeer, dat Ragdolls immuun waren voor pijn en angst, en dat ze de laatste link waren tussen mensen en marsmannetjes! De verstandhouding tussen Ann en de andere Ragdoll fokkers verslechterde en veel fokkers gaven op en stopten ermee. Uiteindelijk waren een groep fokkers de strenge regels zat, en besloten om uit te IRCA te stappen. Ze begonnen te werken aan de acceptatie van de Ragdoll bij de andere  kattenvereningen. De meest belangrijke mensen hierin waren Laura en Danny Deyton, die hun Ragdolls hadden gekregen voordat Ann´s fok regels waren geïmplementeerd. Hierdoor konden ze legaal onder deze regels uitkomen en hun eigen fok programma beginnen.

The Ragdoll Society, wat later veranderd werd in de Ragdoll Fancier´s Club en toen in het huidige Ragdoll Fanciers´ Club International (RFCI), werd opgericht in 1971 om het ras te promoten bij de grote kattenverenigingen in Amerika zodat Ragdolls overal in shows bewonderd konden worden. In 1967 werden Ragdolls voor het eerst erkend als ras in Amerika, en in 1981 werden de eerste Ragdolls geëxporteerd naar Europa. Door hun vreemde naam en de mythen die om het ras hing werd de Ragdoll vaak genoemd in de pers, en meer en meer mensen raakten geïnteresseerd. Die aandacht had ook wel zijn negatieve punten; veel rasverenigingen hebben een tijd lang geweigerd om het ras te erkennen omdat ze het inhumaan vonden om een kat te fokken die geen pijn voelt of geen angst heeft zodat het zich niet kan verdedigen! Gelukkig zijn de meeste onduidelijkheden inmiddels recht gezet en is de Ragdoll nu 1 van de grootst groeiende kattenrassen in de geschiedenis!